Het is maar een spelletje!
 
Ik ben echt niet goed. Ik ben echt geen meester van het spelletje. Ik mag niet eens in de schaduw van een willekeurige grootmeester staan. Mag je dat zo zeggen? Ja, ik denk van wel!
 
In schaak is het namelijk heel normaal. Iemand die het snapt, iemand die het echt begrijpt is een grootmeester. Niet zomaar iemand die de spelregels kent. Nee, dat is te simpel.
 
Simpel als ze stuk voor stuk kennen. Alle spelregels, daar lijkt het op. Nou ja, zelfs dat eigenlijk niet. Een meisje pakt een papiertje en begint te schrijven wat een ander dicteert; one pair, two pair, three of a kind en daarna komt een full house. Op dat moment grijp ik voorzichtig in en leg netjes uit dat een zogenaamde "street" en "flush", er toch echt tussen horen. Oh ja, dat is ook zo. De rest van de groep knikt onzeker en neemt aan dat het inderdaad zo is.
 
Spelregels. De basis van een spelletje. Elk willekeurige interessant spelletje gaat kilometers verder dan de spelregels. Maar hoe pas je ze toe? En wat als je tegen iemand speelt die jouw strategie totaal niet begrijpt. Want dat is waar het met interessante spelletjes om gaat, de strategie. Als je het niveau van de spelregels ontstegen bent, dan gaat de strategie bepalen wie er wint. En onderdeel van strategie is het denken hoe de ander denkt.
 
Ik vang een ongelijke aas vrouw op de big blind. Een zogenaamde AQ unsuited. Van de acht spelers "callen" er vijf en ik besluit maar simpel te "checken". Weet eerlijk gezegd niet zo goed wat ik met deze hand moet. Het is een redelijk sterke hand. Je zit al snel met een meer dan 50% kans dat je pre-flop de beste hand hebt. Hoe groot is de kans dat je een paartje tegen je krijgt met zoveel "callers"? Normaal zou ik met zoveel "callers" raisen. Ik zou mij zorgen maken over al hen die goedkoop de flop willen zien. Maar nu weet ik het niet. Ik speel met mensen die echt geen flauw idee hebben wat ze doen. Waarschijnlijk "callen" ze mijn raise, want ze hebben immers al flink wat chips in de pot zitten. De algemene gedachte voor de small blind is; "ach, ik heb de helft er al in zitten; dus ik call wel.". Terwijl ik dit schrijf bedenk ik mij dat ik deze strategie zelf ook regelmatig toepas. Gewoon om even de flop te zien.
De flop valt en ik heb twee zogenaamde "over cards", mijn beide kaarten zijn hoger dan de kaarten die op de flop liggen. Ik "bet" een kleine 40% van de pot om te zien wat er gebeurd. Ik toon aggressie na mijn laffe "pre-flop call" en ben benieuwd hoe de rest gaat reageren. Iedereen gaat mee! WTF????????
De "turn" brengt een waardeloze kaart en ik check simpel. Bijna iedereen checkt met mij mee, op de laatste na dan. Die brengt een kleine "bet" uit, waar ik op "fold". Ik kan mij niet voorstellen dat er niemand met een klein paartje tussen de callers zit en denk de kans te klein dat mijn "over cards" het gaan halen op de "river". Ik speel niet voor het geluk!
 
Het is niet eens zo lang geleden dat ik in de trein zat. De nachttrein van Bangkok naar Surat Thani. In dezelfde trein zitten een Engelsman genaamd Billy en zijn Thaise vriendinnetje te schaken. Als ik langs loop, kan ik het niet laten om naast hen te staan kijken. Met mijn biertje in mijn hand verontschuldig ik mij, maar ze vinden het totaal geen probleem. Nee, na het eerste potje nodigt het meisje mij zelfs uit om tegen haar vriendje te spelen. Ik wimpel de uitnodiging onzeker af en geef aan dat ze met alle plezier zelf nog een spelletje mogen spelen. Ik kijk graag toe!
 
Met een schoppen vijf en een harten twee is het niet moeilijk om in de "middle position" mijn kaarten weg te gooien. Uiteraard "callen" er weer minstens vier man, alvorens het tijd is om de flop te draaien. Er valt een vijf, nog een vijf en een boer. Zachtjes vloek ik binnensmonds, maar ik weet dat dit nu eenmaal onderdeel is van het spelletje. Ik heb er vrede mee dat op de lange termijn het nog steeds een verstandige keuze was om mijn kaarten weg te gooien. Deze flop is te mooi om waar te zijn, maar op de lange termijn verlies je; ondanks dat je deze keer geluk hebt.
 
Na diep onder de indruk te zijn van het tweede spelletje, geeft de hoeveelheid alcohol mij toch het vertrouwen om een spelletje tegen Billy te spelen. Het gaat mij niet om het winnen. Nee, de alcohol heeft de bangheid om te verliezen weggenomen. Ik ken de spelregels, dus wat kan mij overkomen?
 
Hoe speel je tegen mensen die alleen de spelregels kennen? Mensen die totaal geen benul van strategie hebben. Puur denken dat geluk de meest belangrijke factor is in poker; "Ja, ik moet die flop zien. Mijn kaarten kunnen er zomaar onder liggen."
 
Met flink verdedigen maak ik het Billy enorm moeilijk. Ik val totaal niet aan en reageer elke keer totaal anders dan hij verwacht. Hij maakt een "move" en elke verstandige schaker heeft maar twee of drie keuzes hoe hierop te reageren. Maar niet ik. Nee, ik reageer op een manier die hij totaal niet verwacht. Totaal onlogisch. Tegen alle verstandige schaaktechnieken in. Ik heb geen flauw idee wat ik doe en ik haal hem helemaal uit zijn spel! Achteraf helaas, zonder het zelf goed en wel door te hebben.
 
Ik besluit over te gaan op de lange adem. De "blinds" zijn laag en ik heb genoeg "stack" om de rest elkaar rustig af te laten maken. Spreek met mijzelf af dat ik alleen nog maar de meest gunstige kaarten speel; AA, KK, QQ ik twijfel zelfs om AK suited en unsuited te spelen. Ben zelfs bang voor JJ, TT en 99; handen die ik normaal met veel plezier zou spelen. Gevaarlijke handen, maar in de juiste positie en met de juiste inzet goed te spelen. Hier echter niet!
 
Is het de frustratie of is het de moeheid? Of is het misschien het vechten tegen de bierkaai. Continue moeten aanvallen? Continue tegen die sterke verdedigingslinie aanlopen? Billy begint langzaam foutjes te maken. Hij verliest belangrijke stukken en ik begin een voorzichtige voorsprong op hem te nemen. Daarnaast staan mijn torens ook in linie. Billy maakt zich terecht zorgen! Jammer alleen dat ik mijn voordeel nog totaal niet zie.
 
Ik krijg QQ op de button. Uiteraard weer twee "callers" voor mij. Ik raise flink en uiteraard gaan de twee weer vrolijk mee. De flop brengt een aas en twee lage onbeduidende kaarten. Voor mij een kleine bet, die ik call. Hij kan een aas in handen hebben, maar ik heb eerder het vermoeden van een van de lage kaarten. Ik durf geen raise te maken, want die zal uiteraard blind gecalled worden. Waarschijnlijk onder het mom van "Ik call, want ik heb al zoveel ingezet.". De ander calt ook en zo zijn we nog met z'n drieen als de turn valt; een koning. Echt zo'n kaart die je op zo'n moment niet wilt zien! Mevrouw die op de vorige hand checkte brengt nu een bet uit. Meneer de "better" calt natuurlijk en ik ben bang. Ik geloof niet meer dat mijn vrouwen het redden tegen de aas en de koning. Ik vermoed dat mevrouw een koning heeft en daarom haar bet uitbrengt. Ik fold mijn hand en zie met pijn in mijn ogen dat de river een vrouw brengt.
 
Langzaam ga ik over in de aanval. Ik begin vertrouwen te krijgen in mijn spel. Ik sta er goed voor. Billy is naast een aantal andere belangrijke stukken ook zijn koningin al kwijt. Die van mij staat nog fier in stelling, samen met de twee torens. Het duurt dan ook niet lang voordat Billy schaakmat staat.
 
Langzaam kom ik tot inzicht dat dit het moeilijkste potje poker is dat ik ooit gespeeld heb. Ik kan totaal niet vertrouwen op alle kennis die ik heb. Ik kan totaal niet vertrouwen op de inzichten die het spelletje mij geleerd hebben. Ik moet een strategie volgen die dwars tegen alles waar ik in geloof in gaat. Ik vraag mij ook af hoe Victoria Coren, Amarillo Slim of Phil Hellmuth het hier zouden doen. Zouden zij hier tegen bestand zijn?
 
Gelukkig is het allemaal maar een spelletje!
Saturday, February 6, 2010