Woensdag besluit ik een leuke wandeling te maken. Van het Hualamphong treinstation in Bangkok, naar mijn guesthouse in Banglamphu. Een wandeling van een kilometer of vijf.
Ik heb zojuist een treinkaartje voor de volgende dag gekocht. De trein zal mij morgen naar Phitsanulok brengen en vandaar pak ik een bus naar Sukothai.
Maar nu ga ik dus eerst lekker terug naar het hotel wandelen. Mijn treinkaartje veilig in mijn tas en mijn humeur in opperste staat. Nog geen honderd meter buiten het station wordt ik door een vriendelijke Thai aangesproken. Hij ziet mij op mijn kaartje kijken en zoeken naar straatnaambordjes. Hij vraagt waar ik naartoe moet en ik geef aan dat ik het wel kan vinden. Ik ben op mijn hoede, maar dat is nergens voor nodig! Het is zo'n vriendelijke meneer. Hij is de tijd aan het doden en vraagt of hij een stukje met mij mee mag lopen. Hij komt niet uit Bangkok en neemt om zeven uur vanavond de trein naar waar hij toe moet. Ik wil niet als een nare man overkomen en vind het prima.
Als ik vertel dat ik uit Nederland kom, want daar vraagt hij om, vertelt hij dat hij daar over twee weken naartoe gaat. Wat toevallig! Hij blijkt een electric engineer te zijn, die in Eindhoven een afspraak heeft met Philips heeft. We wisselen wat onbenuligheden uit en hij vraagt of ik zin heb om met hem naar het oude Bangkok te wandelen. Helaas heb ik al een afspraak, dus ik stel hem teleur. Enkele meters later moet hij toevallig naar links waar ik rechtdoor moet en dus scheidden onze wegen.
Ik loop alleen verder door en begin mij langzaam te storen aan de drukte van de stad en vooral aan de benauwdheid. Toch blijf ik genieten van het moment. Loop ik potverdorie toch gewoon in Bangkok! Wie had dat kunnen vermoeden? De crisis is officieel voorbij, leve de crisis!
Niet veel later kijken vriendelijke Thais bewonderend naar mijn tattoo's. Of dat nu duur is. "Ja, in Europa wel!" is mijn antwoord. Ze vinden vooral de Esher heel mooi en vragen waar ik naartoe moet. Ik vertel dat ik heerlijk rustig aan het wandelen ben. Neeeeeeeeee, pak toch heerlijk een tuk-tuk. Het kost je haast niets! Als ik aangeef dat ik toch echt heel graag wandel, goed voor mijn benen, mag ik zelfs gratis mee!
Wat een vriendelijke mensen toch allemaal! Jammer dat ik alleen geen tijd voor ze heb. Ik moet immers nog wat leuke mensen ontmoeten. Ik heb die vriendelijke man van zojuist immers beloofd dat ik helaas al een afspraak voor de middag had. Die moet ik dan nog wel even gaan maken. Beloofd is immers beloofd!