Vier in de morgen!
 
In de categorie dom, dommer, domst! En hij wilde eerder die middag zijn zojuist verkregen sleutel nog meenemen. Maar ach, waarom ook? Samen uit, samen thuis. Zo doen echte vrienden dat.
 
Het is dus ook alleen maar gerechtigheid. Een flinke portie het zal je leren. Echt weer wat voor hem. Eerst doen, dan nadenken. Echt de Australische stijl. Wat dat aan gaat was hij hier echt op zijn plek. Zou dit dan thuis zijn?
 
Thuis zijn stond in ieder geval nog niet gelijk aan thuis zijn. Zijn maatje was eerder vertrokken en hij bleef achter. Volop dansen. En drinken. En nog meer dansen. Even daarvoor had hij de tijd van zijn leven. Tot het tijd werd om naar huis te gaan.
 
Want wacht eens even. Waar was thuis eigenlijk? Was het nu het linker of het rechter appartementencomplex? Niks geen naambordjes. Daar doen ze hier niet aan. Oh wacht, eerder had zijn maatje iets gezegd over een tweede. De rechter dus. Maar welke bel? Dan maar allemaal. Tja, je moet toch naar binnen.
 
Vier in de morgen, mafkees aan mijn deur.
Frisse Air Max, niet mijn ijsthee of pleur.
 
Zeer boze man geeft aan dat het bellen op moet houden, als hij vertelt wie hij is en waarom hij belt. Hij belt gewoon verder. Zelfde, nu nog bozere man geeft het maar op en opent automatisch de deur. Hij loopt naar binnen en voelt al nattigheid. Wacht eens even. De trap op naar de eerste verdieping. Hier klopt iets niet. Kut! Verkeerde gebouw.
 
Dan toch maar hetzelfde liedje bij het rechter gebouw. Vijf minuten, tien minuten? Heel boze vrouw hangt uit het raam. Welke gek belt er op dit tijdstip aan? Hij zet zijn hoopvolste gezicht op en gooit er een heleboel pleases uit. Zou ze open doen? Het raam ging met een smak weer dicht. Hij wacht even en kijkt hoopvol door het raam van de deur naar binnen. Geen automatische deuropener deze keer, wel een heeeeeeeel boze vrouw in een sexy nachthemd met strenge blik in haar ogen. Klein, hij wordt heel klein. Maar hij is ook binnen. Eindelijk binnen!
 
Hij volgt de vrouw de trap op en loopt door naar de deur van zijn maatje. Als hij zachtjes op de deur klopt volgt er geen reactie. Dan maar ietsje harder. Is het een uur of maar een paar minuten? In ieder geval blijft het gestommel uit. Daar staat hij dan. Eindelijk binnen, maar toch ook weer niet. Ja, wat nu? Hij heeft echt geen idee. In ieder geval is het hier meer warm dan buiten en ligt er een net tapijt op de vloer. Zal hij daar dan maar op proberen te slapen? Wat kan hij anders doen? Af en toe maar proberen te kloppen en proberen te slapen lijkt de beste optie. Het kloppen op de deur heeft in ieder geval geen enkel resultaat. Niks geen maatje die de deur open doet en gelukkig ook geen boze bewoners die het zat zijn.
 
Dan moet hij ineens plassen. En niet zo'n beetje ook. Wat nu? Hij staat op en loopt de gang door. Om de hoek ziet hij een trap naar beneden en aan het einde van de trap een opening naar buiten. Gelukkig geen afgesloten raam, maar een soort opening met tralies ervoor. De opening komt uit op een binnenplaatsje, bijzonder genoeg ook een verdieping lager. Niet dat hij zich dat op dat moment realiseert, dat komt pas een dag later als hij een mooi verhaal over het voorval aan het schrijven is en het geheel reconstrueert. Door de tralies piest hij naar beneden, netjes mikken op de bloempot, wat wonderbaarlijk lukt. Dan valt zijn oog op het openstaande raam een verdieping hoger. Het slaapkamerraam van zijn maatje. Hij roept drie keer de naam van zijn maatje en voegt daar nog een word wakker aan toe. Nogmaals die naam, maar nog steeds geen reactie. Zou zijn maatje misschien niet thuis zijn?
 
Nog maar eens roepen. Veel andere opties heeft hij niet. Vlak voor hij het op wil geven hoort hij vragend zijn naam terugkomen uit het raam. Zijn maatje is eindelijk wakker en terwijl hij snel de trap op rent en weer terug naar de deur loopt opent zijn maatje deze.
 
Eindelijk binnen. Eindelijk een warm bed. Rillend van de kou valt hij in een diepe slaap en droomt hij over...
 
 
Sunday, July 3, 2011